top of page

FORGET TO REMEMBER
2025

SYMBOOL VAN DE STAD

Zij is een symbool van de stad
De hofjesvrouw van Haarlem
Zorgzaam, zachtaardig, gelovig, alleen
Ongehuwd, weduwe
Zij is rein en kent haar plaats.

 

SAMEN VORMEN WE EEN OCEAN

Samen vormen we een oceaan
We bewegen en dragen elkaar
Duwend en trekkend naar de hemel
En door de bergen
Van de zee
Drijven we mee op onze stroom 

En dragen kennis naar elke kust
Het geluid van brekende golven
Meegedragen door de wind
Die over het land raast
Die suist over het zand
Die opstijgt naar de wolken
En terugvalt in het water
We gaan verder als één
Als een golf in een groot verhaal
Die reikt over de aarde

 

TUYENI!

Ik ben de koning van het Ndongo volk
waar water heilig is en vrouwen krijgers zijn.
Mijn naam is Nzinga, de vrouw-koning -
We maakten nooit zo’n oorlog mee.
We noemen hen moeders van de zee.
Hen met bleke huid, de Nederlanders, de Portugezen die
op ons jagen , dag en nacht.

Het is 1635.
Ze zijn op zoek naar mensen om tot slaaf te maken.
Te stelen en te verschepen naar onbekende plekken
niemand is ooit teruggekeerd.

Ik heb geen andere keus dan samen te werken met de Nederlanders

en hun geloof aan te nemen

Om te voorkomen dat ze mijn mensen meenemen.
Ze kwamen steeds verder het binnenland in.
Monsters van de zee leven aan onze kustlijn.
Elke dag geschreeuw van moeders gescheiden van hun kind,
Elke dag wordt een stuk van mijn hart gestolen.

Net als mijn lieve Ma Pansa die over de oceaan werd gestuurd, 

Heb ik  gezworen nooit te buigen en mijn volk te beschermen,

Wat er ook voor nodig is,…
en te blijven zingen, opdat zij ooit misschien de weg terugvinden.

 

MATRIARCH

Ik werd geboren in het Westen,
als trotse Amsterdammer.
Als je de stenen van je pad kent,
dan is het niet zo complex.


Ik groeide op tussen werelden—
tussen Aziatische gebruiken,
waar ik liefde vond in eten,
in samenzijn en familie—
niet door bloed, maar door gemeenschap.
Kapwa.

En dan is er de wereld van het patriarchaat,
waar de stad—van steen tot groet,
omgeving tot beeld—
is gebouwd voor het dienen van de man.
Met zeven vinkjes.
Op de rug van mannen, zonen, moeders en dochters van kleur,
geplaatst in een blinde hoek.
Als een beeldje bij de gang,
of een doek boven de bank.

Ik en het patriarchaat leefden langs elkaar heen.

Ik draag in mij,
in hart en handen,
een lijn van voormoeders
Elk met hun eigen stroming.

Wat weet ik van mijn grootmoeders?
De ene: die de eindjes aan elkaar knoopte—
ze had niets, maar was rijk.
In veerkracht, in opoffering, in zachtheid.
Ze verzette bergen met haar handen.

De andere: gaf leiding,
leerde de generaties na haar
hoe je met waardigheid en structuur kunt liefhebben.
En verzette bergen met haar naam.


In de Minangkabau van West-Sumatra
bezat zij land—en gaf het door,
zoals haar moeder dat deed.
Eigendom, rijkdom, via de vrouwelijke lijn.
Ze respecteerde de islam,
en zij respecteerden haar.

Ze sprak Nederlands, met trots.
Het gaf haar status.
Ik vraag me af of dat was om te overleven...
maar hoe durf ik, haar nageslacht, dat te denken,
Bismillahirrahmanirrahim.

Zij die niets had,
streelde me met haar zachte, gerimpelde hand.
Dun, knokig, kwetsbaar misschien—
vanuit Luna, La Union, Noord-Luzon.
Maar die kleine hand
was misschien de sterkste die ik ooit heb gevoeld.
Deze vorm van kracht
komt van binnenuit.
Een kracht met een missie.
Ik voel die nu trillen.

Ze bezat niets,
behalve haar eigen verdomde zelf.
Mijn excuses, po—
hoe durf ik te vloeken in het katholieks?
In de naam van de Vader,
de Zoon,
en onze Heilige Geest, pasensya.

Mijn moeder kwam uit haar voort.
Zeven zussen. Eén broer.
En zij wist—
er lag een pad voor haar klaar.
Ik bezocht haar geboortestad
en ontmoette Onze Lieve Vrouw van Namacpacan—
de vrouwelijke heilige, die het volk voedt,
voor de familie zorgt,
luistert, observeert, teruggeeft.
Zij beschermt en verbindt,
beweegt voorbij grenzen.

 

Ik kijk naar mijn moeder en zie:
Zij is haar.
Zij is diegene.
Zij is Namacpacan.
Zij is de matriarch—
en ze weet het niet eens.

Ik kwam uit haar voort.
En wat een eer—
om deel te zijn van een vrouw
wier kracht zo stil was,
dat ik hem voor afwezigheid hield.

Maar haar stilte was kracht.
Tapi kekuatan bisa diam.
En geduld, een vorm van vuur.

Ik dacht dat ik alleen stond,
maar ik stond
dahil sa kanya,
gara² dia.
Dankzij haar.

Nu komt mijn dochter
uit mij voort.
At sana,
zal zij weten dat het zelfvertrouwen in haar botten 

nooit nieuw was.


Het kwam van vrouwen
die het aandurfden te zijn—
perempuan yang tidak harus berteriak,
mga babaeng hindi kailangang sumigaw,
maar er gewoon waren.

Ook al zijn mij hun talen nooit geleerd,
ik voel oude liederen in mij
—woorden die ik nog moet leren—
die mijn lichaam vragen zich ze  te herinneren.
Zachtjes roep ik mijn voormoeders
om ze te wekken.

En jij?


Heb jij ooit geluisterd naar de vrouwen in jouw familie?

 

WE ROEPEN ONZE ECHTE NAMEN

We roepen onze echte namen.
Namen die we altijd al hadden, die ons betekenis geven-
Queer- en translevens waren waardevol.
We hadden belangrijke rollen als spirituele gidsen.
Zorgden voor kinderen en ouderen, leidden belangrijke ceremonies.

Ze probeerden ons te begraven,
maar wisten niet dat we zaden waren
en dat we er altijd waren en altijd zullen blijven.

Ik ben een libel.
libellen symboliseren transformatie en verandering.
Zelfbewustzijn, nieuwe perspectieven, het doorbreken van oude paradigma’s
ze staan voor wijsheid
en veerkracht
magie, mysterie en spirituele helderheid.

De rol van onganga, sangoma, die is begonnen te verdwijnen vanaf de tijd van
mijn overgrootmoeders

Het is 1915, mijn overgrootmoeder wordt geboren in Oniipa, Noord-Namibië
Haar volk is bekeerd tot het christendom
Ze kent alleen de verhalen van de ingewikkelde kapsels, sieraden, versieringen, ekipa’s die haar grootmoeders droegen
Voordat ze hun hoofd moesten scheren en een katoenen jurk moesten dragen.

Mayenge, Nangula en Ndapewa heten nu Frieda, Maria en Sarah

het land heeft geleden onder een brute genocide door de Duitsers
uitgehongerde buren van de Hereoro-stam zoeken hun toevlucht in haar dorp
de gruwelen zijn te erg om over te spreken, dus spreken ze af te zwijgen
mijn overgrootmoeder krijgt een drieling
ondanks de droogte overleven ze allemaal

 

1948
mijn grootmoeder is een van de tweeling
ze wordt geboren in het jaar dat apartheid officieel wet wordt in Namibië
zwart zijn betekent dat ze niet als mens wordt gezien
vrouw zijn betekent dienaar zijn van de man
ondanks haar mooie liederen en zachte hart
worden haar grenzen nooit gerespecteerd

1960
mijn moeder wordt geboren in het jaar dat de gewapende strijd voor bevrijding begint
de mensen zijn moe en klaar om te vechten
velen vluchten, gaan in ballingschap
haar familie blijft, hun huis is vlak bij de militaire post van de Boeren
ze groeit op in angst, familie en vrienden zijn verdwenen
te midden van dit alles gaat ze naar school
en ze is de beste van haar klas
missionarissen zijn zo onder de indruk dat ze haar vader overhalen om haar verder te laten studeren
hij weigert, ze is een meisje en moet thuisblijven om het veld te bewerken
hij heeft zonen, en zij moeten doorleren
maar de missionarissen bieden aan het schoolgeld te betalen
en mijn moeder wordt de eerste die naar de stad gaat

ze wordt verpleegster
en de kostwinner van de familie

1987
Ik word geboren in de laatste naschokken van apartheid
mijn moeder zwart, mijn vader wit
wij zijn het laatste land op het Afrikaanse continent dat in 1990 wordt gedekoloniseerd

ik ben drie jaar oud, zwaai met een vlag in onze straat, mensen juichen, auto’s rijden voorbij, vreugdekreten en sprankelende ogen
ik heb nog nooit zoiets gezien
ik weet niet wat er gebeurt maar ik voel het diep
en nu besef ik:


ik ben de eerste in zeven generaties die vrij is.

​

VERHALEN VAN MOEDIGE VROUWEN 

We hoorden verhalen van vrouwen die zich moedig staande hielden. Die vochten. Die kozen.
Die het aandurfden hun waarheid te leven. Ze stonden voor velen. Wat zij toen droegen
leeft nog steeds in ons voort.
In de greep van een koloniale wereld boden zij verzet, soms met gebalde vuisten, vaak in stilte, strijdend om te overleven.
Want een krijger betekent niet altijd luid zijn.
Of zichtbaar. Een krijger kiest ervoor een patroon te doorbreken. Een ander pad te bewandelen, zoals onze moeders dat deden. En hun moeders voor hen.


Hier, in deze tuin, onder de open hemel, laten we onze strijders-gedachten vrij.
Dus adem in, voel wat in je beweegt. Laat het opstijgen. We geven ze aan elkaar. 

We weven ze samen tot iets groters.
Opdat we nooit vergeten, welke ontembare kracht vrijkomt wanneer we ons als één bewegen.

  • Facebook
  • Instagram
bottom of page